De kop
De panda heeft kleine ogen met een verticale pupil, wat ook voorkomt bij andere nachtactieve dieren. Het gezichtsvermogen is erg slecht en de panda oriënteert zich voornamelijk op het reukvermogen. De kop valt goed op door de duidelijke zwarte oogomgeving, neus en oren. Een dergelijke afwijkende tekening op de kop wordt wel een gezichtsmasker genoemd. Het is echter met name de breedte van de kop die de beer zo'n karakteristiek uiterlijk geeft. De schedel van de reuzenpanda is veel breder dan die van alle andere beren. Ook de tanden en kiezen zijn verbreed, de panda heeft zelfs de breedste tanden van alle moderne roofdieren.
De tanden en kiezen zijn niet alleen breed maar ook plat en niet puntig. De meeste roofdieren hebben juist scherpe, dunne tanden om stukken vlees af te scheuren. Alleen de puntige hoektanden verraden de vleesetende voorouders, deze zijn nauwelijks van vorm veranderd. Het oppervlak van de overige tanden en kiezen is voorzien van richels en bobbels zodat de vezelige bamboeplanten beter kunnen worden vermalen.
De tanden en kiezen zijn niet alleen breed maar ook plat en niet puntig. De meeste roofdieren hebben juist scherpe, dunne tanden om stukken vlees af te scheuren. Alleen de puntige hoektanden verraden de vleesetende voorouders, deze zijn nauwelijks van vorm veranderd. Het oppervlak van de overige tanden en kiezen is voorzien van richels en bobbels zodat de vezelige bamboeplanten beter kunnen worden vermalen.
Het lichaam
De panda heeft een groot lichaam dat voorzien is van een dikke huid en vacht. Het lichaam is aangepast op een leven in relatief koude streken. Op het eten van planten is de beer echter nog niet goed aangepast. Het spijsverteringsstelsel is in tegenstelling tot veel andere dieren die planten eten niet erg efficiënt. De panda heeft een maag die te vergelijken is met die van andere roofdieren. Dit is voor de panda een nadeel, omdat het darmstelsel dientengevolge erg kort is. Roofdieren eten meestal vlees en hebben een sterk maagzuur zodat de vertering zeer snel verloopt. Bij typische planteneters, zoals bijvoorbeeld koeien, is het darmstelsel sterk verlengd en zijn soms meerdere magen aanwezig, zoals bij de koe het geval is. De reuzenpanda heeft een maag-darmstelsel van een roofdier dat echter voorzien wordt van plantendelen. De panda moet dit compenseren door het eten van grote hoeveelheden plantendelen.
De mannetjespanda heeft ongewoon kleine geslachtsorganen, dit wordt veroorzaakt door een bot dat bij veel roofdieren aanwezig is. Dit bot wordt het penisbot of baculum genoemd en dient bij roofdieren als versteviging van de penis. Bij veel roofdieren zoals andere beren is het penisbot recht en steekt naar voren. De meeste soorten roofdieren hebben hierdoor duidelijk zichtbare geslachtsorganen. Bij de panda is het bot echter gekromd en wijst het naar achteren. Dit bemoeilijkt de paring van de panda aanzienlijk.
De mannetjespanda heeft ongewoon kleine geslachtsorganen, dit wordt veroorzaakt door een bot dat bij veel roofdieren aanwezig is. Dit bot wordt het penisbot of baculum genoemd en dient bij roofdieren als versteviging van de penis. Bij veel roofdieren zoals andere beren is het penisbot recht en steekt naar voren. De meeste soorten roofdieren hebben hierdoor duidelijk zichtbare geslachtsorganen. Bij de panda is het bot echter gekromd en wijst het naar achteren. Dit bemoeilijkt de paring van de panda aanzienlijk.
De huid en vacht
De panda heeft een opmerkelijk kleurpatroon van duidelijk afgescheiden witte en zwarte delen van het lichaam. Hierbij moet worden vermeld dat het slechts de lichaamsbeharing is die de kleur van de panda geeft. De huidskleur van de dieren is namelijk geheel zwart, net als overigens bij de ijsbeer het geval is. Tegenwoordig weet men dat dieren die een afstekende kleurentekening hebben weliswaar opvallen buiten hun natuurlijke habitat, maar dat ze vrijwel onzichtbaar zijn in hun natuurlijke leefomgeving. Dit komt doordat door de tegenstaande kleuren, in het geval van de panda zwart en wit, het lichaam optisch gezien uiteen valt in verschillende delen. De panda leeft altijd in beschaduwde gebieden in bossen, die donkere en lichtere plekken hebben en niet zelden besneeuwd zijn. Een dergelijke complexe vorm van camouflage komt vaker voor in de dierenwereld, zoals de strepen van zebra's. Een andere theorie is gebaseerd op het feit dat panda's erg slecht zien. Door de afstekende kleuren is de panda duidelijk als zodanig herkenbaar voor soortgenoten. De panda verplaatst zich van de bergen naar de dalen als de winter intreedt maar ook in de dalen kan het sneeuwen zodat de beer soms enige tijd in een besneeuwd landschap moet zien te overleven. De panda heeft hiertoe een dikke huid die aan de epidermis -de bovenzijde- voorzien is van een dichte beharing en aan de onderzijde is een vetlaag aanwezig om het dier tegen koude te beschermen. Daarnaast bevat de huid klieren die een vettige stof afscheiden waardoor de vacht waterdicht wordt. Hierdoor kan de panda midden in de sneeuw slapen terwijl de lichaamstemperatuur stabiel blijft.
De poten
De panda heeft vier poten waarvan de achterpoten het grootst zijn. Met de achterpoten kan een panda niet snel rennen maar ze zijn wel geschikt om te klimmen. De panda kan zich met de voorpoten niet ophijsen, daar is het dier veel te zwaar voor. Met de klauwen ankert de panda zich terwijl de achterpoten het dier langs de stam omhoog duwen. De achterpoten hebben geen huidkussentje aan de achterzijde van de voet, zoals bij andere beren voorkomt.
De voorpoten zijn weliswaar kleiner maar de klauwen zijn echter zeer krachtig. Ze bezitten een 'extra' vinger om bamboestengels beter te kunnen grijpen. Beren zijn normaal gesproken niet in staat om voorwerpen stevig vast te pakken. Dit komt omdat alle vingers lange nagels hebben en bovendien allemaal dezelfde kant op staan. De panda kan een handbeweging maken die alle andere roofdieren vreemd zijn doordat ze plantendelen kunnen vastklemmen en hierdoor hun voedsel kunnen plukken.
De voorpoten zijn weliswaar kleiner maar de klauwen zijn echter zeer krachtig. Ze bezitten een 'extra' vinger om bamboestengels beter te kunnen grijpen. Beren zijn normaal gesproken niet in staat om voorwerpen stevig vast te pakken. Dit komt omdat alle vingers lange nagels hebben en bovendien allemaal dezelfde kant op staan. De panda kan een handbeweging maken die alle andere roofdieren vreemd zijn doordat ze plantendelen kunnen vastklemmen en hierdoor hun voedsel kunnen plukken.
De staart
Net als andere zoogdieren heeft de panda een staart maar deze is in vergelijking met katberen zoals de kleine panda zeer kort. De staart wordt ongeveer 10 tot 15 centimeter lang. In vergelijking met de echte beren heeft de panda echter de op één na langste staart, alleen die van de lippenbeer wordt nog langer.
De staart dient om geurstoffen uit klieren bij de anus te verspreiden en wordt hiertoe heen en weer bewogen. Daarnaast dient de staart om de cloaca- en anusopening af te dekken als deze niet worden gebruikt.
De staart dient om geurstoffen uit klieren bij de anus te verspreiden en wordt hiertoe heen en weer bewogen. Daarnaast dient de staart om de cloaca- en anusopening af te dekken als deze niet worden gebruikt.